fbpx

Syrische vluchtelingen aan het werk helpen én houden is niet makkelijk, blijkt uit onderzoek. ‘Maar er is veel mogelijk.’

Syrische vluchteling werkt bij Hamer

De Syrische Manual Kaloukian met zijn leidinggevende Gerard Geertsen bij FBS © Bram Petraeus

Syriërs willen werken, bedrijven willen ze hebben – en toch gaat het niet vanzelf goed

Er zijn genoeg werkgevers die vluchtelingen in dienst willen nemen en genoeg vluchtelingen die willen werken. Maar hoe zorg je ervoor dat beide partijen, als ze elkaar gevonden hebben, tevreden zijn? Dat gaat niet vanzelf en daar moeten werkgevers zich op instellen, zegt lector Sjiera de Vries van hogeschool Windesheim. “Als ze dat doen, dan is er ook veel mogelijk.”

De Vries deed met vier onderzoekers, van haar eigen hogeschool, de Haagse Hogeschool en Hogeschool Inholland, onderzoek naar de ervaringen van Syrische vluchtelingen en hun leidinggevenden. Vluchtelingen komen moeilijk aan een vaste baan, dus wilden de onderzoekers bekijken wat er wel en niet werkt. De conclusies worden maandag gepresenteerd als e-book met tips voor werkgevers.

In organisaties waar Syriërs succesvol zijn, blijkt veel tijd te zijn gestoken in hun begeleiding. “Je bent er niet met een soort uitgebreide introductiecursus”, zegt De Vries. Een vluchteling moet zich echt nuttig kunnen maken, er moet zinnig werk te doen zijn. “Als je het alleen doet vanuit de goedheid van je hart, hou je het op de lange termijn niet vol.”

Vaak gedoe

Een permanente vraagbaak voor de vluchteling blijkt belangrijk. Sommige organisaties hebben een collega aangewezen als mentor, bij andere organisaties is dat uitbesteed. “Blijf in gesprek”, zegt De Vries. “Dat klinkt als een open deur maar mensen hebben veel aannames. Het lucht vaak al enorm op als blijkt dat die niet kloppen.”

Syriërs waren in eerste instantie erg dankbaar voor hun baan en de leidinggevenden blij met hun nieuwe werknemer, maar in latere gesprekken met de onderzoekers bleek dat er toch vaak gedoe was ontstaan. Door culturele verschillen – een Syriër die bij een kapper werkte ging er in eerste instantie vanuit dat hij de ‘vrouwenklusjes’ niet hoefde te doen – of doordat hoogopgeleide Syriërs gefrustreerd waren geraakt omdat ze werk doen waarvoor ze te slim zijn.

Tel daarbij op dat, volgens eerder onderzoek, zo’n 40 procent van de Syrische vluchtelingen kampt met een trauma, dat ze de taal moeten leren en vaak bezig zijn met gezinshereniging. Een werkgever moet zich daarvan bewust zijn, zegt De Vries.

Tussen 2013 en 2016 kwamen bijna 50.000 Syrische vluchtelingen naar Nederland. Uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau van juni dit jaar bleek dat 12 procent van de Syriërs betaald werk heeft. Bijna de helft gaf aan onder haar niveau te werken.

‘Je moet iemand aanwijzen die voor zo’n jongen gaat staan’

Hij had steeds maar hoofdpijn, veel hoofdpijn. Een gesprek voeren met een collega koste hem sowieso al moeite maar aan de ronde lunchtafel, met al die mannen die door elkaar heen praten, hard praten en de helft van de tijd ook nog eens in dialect, werd het de Syrische automonteur Manuel Kaloukian te veel. Hij zonderde zich af, ging even buiten staan, sigaretje roken en zijn moeder bellen.

Raar, vonden zijn collega’s. Waarom wilde Manuel niet bij hen zitten? Er ontstond irritatie. Een gesprek bood opheldering. “We hadden allerlei aannames”, zegt leidinggevende Gerard Geertsen nu, anderhalf jaar later. “Je moet vragen stellen, we hadden te snel oordelen.”

Praten met collega’s vond Kaloukian in het begin het moeilijkst. “Ik begreep heel vaak niets. Dan zei iemand iets en dan begreep ik het helemaal niet”, zegt hij, nog steeds een beetje gefrustreerd. Het werk zelf ging hem redelijk makkelijk af. Wat hem wel opviel? “Hier repareren we niet alles, soms gooien we een onderdeel weg en zetten we er gewoon een nieuwe in. In Syrië niet, dat is veel te duur.”

Zelf veel gereisd

Kaloukian werkt via Jans Uitzendbureau bij de garage van Hamer Installatietechniek in Apeldoorn. Het uitzendbureau is ook van familiebedrijf Hamer en vestigingsdirecteur Justin Schaufeli heeft zo’n honderd technici in dienst van wie er tien een vluchtelingenstatus hebben. Nog eens vier gevluchte mannen hebben na hun uitzendcontract een vaste baan bemachtigd. “Ten eerste hebben we deze mensen nodig”, zegt hij, “want we hebben een groot tekort aan technici. Ten tweede heb ik zelf veel gereisd, ook langs de Syrische grens. Ik wil maatschappelijk verantwoord ondernemen.”

Helemaal vanzelf gaat dat niet. Schaufeli is de afgelopen jaren door schade en schande wijs geworden. Niet alle vluchtelingen kreeg hij succesvol aan het werk. “We weten nu dat hoe hoger opgeleid de vluchteling is, hoe moeilijker het is om hem of haar te plaatsen”, zegt hij.

Voor de functies voor hoger opgeleiden is perfecte beheersing van het Nederlands belangrijker dan voor de mannen die met hun handen werken. “We hadden een ingenieur hier die op zich prima Nederlands sprak, maar telefoneren en mailen ging nog niet. Van hem moesten we afscheid nemen.”

Vast team

Wat hij ook heeft ontdekt: een vluchteling moet in een vast team werken. Schaufeli: “Je moet iemand aanwijzen die voor zo’n jongen gaat staan en als er grappen worden gemaakt zegt: ‘dat is mijn maat’. Je kunt ze niet meteen op een bouwplaats neerzetten met collega’s die steeds wisselen. Dat gaat een paar weken goed en dan wordt het iedereen te veel.”

Leidinggevende Gerard Geertsen is de man die Kaloukian begeleidde. “Ik heb gezegd: wat is je geloof, moet ik er rekening mee houden dat je gaat bidden? Heb je trauma’s? Ik heb in dienst gezeten, ik weet wel wat. Ik heb ook gezegd: we maken gebruik van luchtsleutels en die klinken soms als een mitrailleur, schrik je daarvan? Mijn vader was beroepsmilitair, ik heb ook gezegd: half acht beginnen betekent dat je hier om kwart over zeven bent. Maar dat zeg ik tegen alle jongens die hier voor het eerst zijn.”

Bron: Trouw